Afgelopen februari werd ik gebeld door een meneer met de vraag of ik een keer langs wilde komen om samen met zijn vrouw het één en ander te
bespreken. Omdat ik de agenda niet bij de hand had, beloofde ik meneer terug te bellen. Dat deed ik dezelfde dag en na een afspraak te gemaakt te hebben ging ik op een middag bij de familie op bezoek.
Uit het gesprek dat volgde kwam naar voren dat mevrouw ongeneeslijk ziek was. De artsen hadden een prognose van enkele weken meegegeven. Nadat ze de eerste schok een beetje te boven waren, was mevrouw na gaan denken over de invulling van haar uitvaart. Zij en haar man wilden graag weten of dat wat ze wilden, ook mogelijk zou zijn. De tekst voor de rouwkaart en advertentie had ze al gemaakt en lagen klaar. Na het fijne gesprek heb ik dit samen met haar verdere wensen mee naar huis genomen en uitgewerkt.
Een paar dagen later heb ik alle mogelijkheden en de bijbehorende kosten met ze besproken en ze daarna de rust gegeven om erover na te denken.
Mevrouw bleek echter een vechter. Ze wilde het aardse bestaan nog niet loslaten en de weken gingen over in maanden. In de tussenliggende tijd hadden we regelmatig contact waarbij ook de uitvaartwensen veranderden. We konden al een proef van de rouwkaart maken en dat vond ze heel erg fijn.
Ik vond het erg fijn dat de familie mij op de hoogte hield en kon op deze manier de uitvaartwensen actueel houden. Voor mijn vakantie ging ik nog even op bezoek. Haar situatie verslechterde, we namen afscheid maar ze beloofde te wachten tot ik terug kwam van vakantie. En…inderdaad ze had gewacht. Na mijn vakantie ga ik weer langs en de situatie is nu zodanig verslechterd dat het overlijden niet lang meer op zich zal laten wachten. Ik neem wederom afscheid van haar en bedank haar voor het vertrouwen. Het werd een afscheid met een lach en een traan.
Enkele dagen later word ik gebeld door meneer dat zijn vrouw rustig is ingeslapen en of ik kan komen. Ik ga naar de familie en we bespreken wat al besproken is en of het nog steeds zo gewenst is. Door de fijne samenwerking met de familie werd de uitvaart van echtgenote, (schoon)moeder en oma zoals mevrouw zich dat gewenst had.
De rode roos die zo kenmerkend was voor haar bleef tot het laatst in beeld.
Gewoon ‘Omdat iedere uitvaart zorg verdient!’